Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gewen u toch [38]aan Hem, en [39]heb vrede; [40]daardoor zal u [41]het goede overkomen. 38. Namelijk, aan God, te weten, om Hem oprechtelijk te vrezen en te dienen als uw Heere en Vader. 39. Te weten, door geduldigheid in het tegenwoordig lijden en hoop van toekomende verlossing. Het woord vrede betekent de inwendige en geestelijke gerustheid des harten, gelijk Richt.6:23, en Richt.19:20; Jes.57:21; Kol.3:15. Of, gij zult vrede hebben; dat is, welvaren en voorspoed hebben. Zie Gen.37:14. 40. Anders, daarin, of in die [dingen] is uw toekomst goed. 41. Vergelijk boven, hfdst.21 vs.13, en de aantekening.